Wie had kunnen denken dat die nieuwe vijand geen gezicht, smaak of geur heeft ?
De God van Spinoza heeft onder de vleugels van een vleermuis een signaal gekweekt.
Pikken wij dit signaal op ? Of schrijven we het bij in de geschiedenisboeken nadat de commentaren zijn geluwd. We de schuld hebben verlegd, een remedie hebben ontdekt, de deur weer op een kier en een aanraking weer mag troosten. Het is nu zo stil op straat dat het een goed moment is stil te staan bij een betekenis. Nu is de tijd. Nu is altijd de tijd; maar vandaag is er ook die stilte.
Er is geen ruis.
Er zijn geen goden meer. Nauwelijks iets om in te geloven, behalve onszelf.
Geen stem van boven dus die de stilte zal doorbreken. Geen ander nabij voor een antwoord.
We horen alleen onszelf. Voorzover we weten wat dat is. Altijd kwetsbaar, zo blijkt.
Wat horen we in de stilte ?
Dat een geloof in onszelf geen garantie is op eeuwigheid ?
Dat we moeten luisteren naar die vleermuis ?
Dat begeerte naar zelfverwezenlijking en groei ook een prijs heeft ?
Dat lucht zowaar kostbaar is. Dat zelfs onze angst een verlammende illusie zal blijken ?
Dat het pijn doet de aanraking van een ander te moeten missen ?
Wat horen we in de stilte ?
Ik hoorde vandaag mijn eigen voetstappen. En ergens ver weg een bosuil.
Dit wordt geen gewone lente. Dit wordt een lente met een goede kans het besef te laten groeien wat van waarde is en waarmee we zijn verbonden.
TvT 16-03-2020